Zingeving in tijden van corona

Als kind moet ik ooit de eerste keer de verwondering hebben gevoeld. Eerst de lange warme wandeling naar de duinen. Dan klimmen. De duinovergang op. Verlangend naar 'de zee'. En dan ineens... het grote wijde water, de golven, de meeuwen, de palen in het water, de mensen op het strand, de zilte geur, de geluiden.

Ik weet niet wanneer die eerste keer was. Maar het gevoel van verwondering heb ik altijd gehouden en later vele keren herkend. Zoals bij mijn oudste, toen we voor de eerste keer gingen fietsen. Hij voorop in een stoeltje.

Verwondering is een groot goed. Het zusje van verbeelding. En misschien wel de kern van zingeving. In de krant lees ik dat 'De Pest' van Camus massaal gelezen wordt. Op alle mogelijke manieren proberen we om te gaan met de onzekerheid van de tijd. Met het gebrek aan sociaal contact. 
Gisteren belde ik met een 93 jarige. In de zomer van 1926 werd ze geboren. In de oorlog liep ze als tiener de zeer besmettelijke ziekte roodvonk op. Ze weet nog hoe haar moeder met haar oudere broer de slaapkamer binnen kwam en in-verdrietig zachtjes tegen haar broer zei dat ze vreesde dat ze zijn zusje zouden verliezen. Waarop zij haar hoofd ophief en zei: "nee moeder, ik ga niet dood". Ik hoor in haar stem nog de zekerheid van het weten. En voel de verwondering. Zo'n lang leven, zoveel verandering, zoveel meegemaakt, zoveel verloren, zoveel mooie herinneringen. Zoals de zondagen, waarop haar man vroeger ineens kon zeggen: "gaan we naar BelgiĆ«?" En dan namen ze de boot van 13 uur van Vlissingen naar Breskens, reden naar Brugge, gingen heerlijk eten en wandelden door de stad. Ik zie haar lopen. En verwonder me over wat zo'n pareltje van een verhaal met ons beiden doet. 

Het lijkt op een of andere manier, in mini-vorm, op dat eerste uitzicht op zee. Er zijn meer van dat soort ervaringen. Tijdens mijn kleine wandelingen op de heide hier in de buurt. Bij het lezen van een gedicht. Een gesprek met mijn studerende 

dochters die tijdelijk weer thuis wonen. In een film. Het kijken naar het slapen van de hond. Het lezen van verhalen. Filosofie, levensbeschouwingen. Muziek. Een foto. Vragen.

Ik ben theoloog. Het mooiste aan mijn werk zijn de verhalen van mensen. Mooie, droevige, leuke, wijze, luchtige, diepe, zinnige, bespiegelende, hartverscheurende, krachtige, waanzinnige, zachte verhalen. In alle soorten en maten. En allemaal vertellen ze op een of andere manier iets over het leven. En over wat mensen raakt. Of bemoedigt. Soms slechts in een klein citaat, regel, of beeld.

Laten we die delen. Stuur ze me op: ineke.defeijter@home.nl Bij alle wetenschappelijke cijfers, virus-nieuws, statistieken, vragen, gevoelens, columns, meningen, verbijstering en mooie initiatieven, kijk ik uit naar miniatuurtjes. Ik tuur naar kleine uitzichten, in welke vorm ook. Hier kunnen ze een plek krijgen. 

Naar zee kan niet op dit moment. Maar over de rand van het duin tekent zich misschien wel een zee van verbindende bemoediging af. 

Voor vandaag het kleine watertje op een van mijn wandelingen hier in de buurt, waar ik deze foto maakte.


Voor reacties: zie profiel